donderdag 22 september 2011

Veerboten, Vuurtorens en Zeedieren


22 September 2001: het is weer tijd om het blog bij te werken. We hebben een aantal zeer drukke weken gehad waarover jullie (in het Engels) kunnen lezen op Domus Mulieris.
Maar het grootste gedeelte van het (nog handgeschreven) reisverslag lag al klaar. We gaan dus met de tekst verder waar we gebleven waren.
Wel merken we op dat we het bezoek aan de Lofoten in stukjes ‘knippen’.
Er was zoveel te zien en te beleven…..

                                               -o-o-o-o-

25 juli 2011: zoals jullie inmiddels wel begrepen hebben, zijn we erg lang niet meer on-line geweest. Dit ligt niet alleen aan een internetverbinding maar ook aan onszelf. Wij genieten van iedere minuut van onze fantastische vakantie en ondanks onze belofte jullie wekelijks op de hoogte te houden, ontbreekt ons de tijd of soms de lust de computer uit de kast te halen! Dus alleen maar fijne excuses :). En wat gaat de tijd snel! Volgende week zaterdag komen wel alweer thuis……

Nadat Ton en Marleen vertrokken zijn, hebben wij besloten van deze bijzonder mooie dag te gaan genieten op de plaats waar we stonden. Dus even pauze en niet verder trekken.
Wat heerlijk om gewoon lui in de zon te lezen, te dommelen, te kletsen en naar de bellen van de passerende schapen met hun kinderen te luisteren.
Maar ook de schapen waren lui en lagen veelal onder de bomen of aan het strand van het Sundet te doezelen en herkauwen. Geef ze eens ongelijk!

De volgende dag werden we gewekt door de eerste voorzichtige regendruppels die uit de laaghangende, donkergrijze wolken vielen.
De wolken zakten lager en lager en ontnamen ons grotendeels het uitzicht. Toch is dit ook schitterend om te zien en wie wil er nu niet de hele dag in de wolken zijn??



Via weg 820 zijn we langs het Eidsfjorden naar Bitterstad gereden.
De schitterende kust met zijn hoge rotsen en brede dalen was zelfs in de mist prachtig.
Bij Bitterstad zijn we de hoge brug naar Stormarknes overgestoken waar we het Hurtigruten Museum hebben bezocht. Het is klein maar mooi en compleet ingericht met een overzicht van alle Hurtigruten boten. En er zijn er veel gebouwd! Helaas zijn er in de oorlog veel gezonken, hier zijn honderden en honderden mensen bij omgekomen.


Er is veel nagebouwd in het museum: een hut uit de jaren 50, stukje eetzaal uit de jaren 30, een postkamer, kombuis enzovoort. Je ziet uit wrakken opgedoken gebruiksvoorwerpen en serviezen en veel foto’s van eind jaren 1800 tot nu. Een museum dat een bezoekje waard is.

Hierna zijn we in de voortdurende regen via Breidvika en Ånnstad naar Melbu gereden en besloten de oversteek naar de Lofoten te maken. 
Een volle veerboot en als hekkensluiter mochten wij er op.

We wilden graag lunchen op de boot en wie zagen wij tot onze grote verrassing in het restaurant zitten? Jawel, Ton en Marleen! We hebben tijdens de overtocht gezellig zitten kletsen en bij aankomst in Fiskebo weer afscheid genomen.

Wij besloten niet alleen op de E10 naar het zuiden van de Lofoten te rijden en namen na aankomst de eerste de beste weg rechts, richting Laukvika. 7 Kilometer lang was dit een uitstekend idee tot dat we op een grind/gruisweg die zó vol gaten zat belandden, dat we ernstig voor het wel en wee van onze trouwe camper vreesden!
Toen het na 3 km alleen maar erger werd besloten we om te draaien en toch maar de E10 te volgen.

Bij aankomst op de Lofoten zagen we al sneeuw op de bergtoppen liggen maar op de Higravlinden, 1146 meter hoog, lag nog veel meer!!
De E10 is smal met schitterende uitzichten. Je weet gewoon niet waar je het eerst naar moet kijken en wat je wilt filmen of fotograferen.
Toen we weer een bordje richting Laukvik zagen en de weg in goede staat verkeerde, zijn we afgeslagen en vonden zo’n 10 km voor Laukvik een prachtig plekje boven op een rots met uitzicht over kleine meren en eilandjes, omringd door hoge rotsen.
Het weer was opgeklaard. De meren waren spiegelglad en weerkaatsten de plukken wolken en blauwe lucht.
Zó dicht bij de bergen – je kunt ze bijna aanraken – voel je je wel erg nietig.

Vroeg in de avond ontstonden er als witte wollige aura’s, wolken om de rotsen. Langzaam werden de eerst doorzichtig witte randen dikker, compacter en hoger. Gestadig ontrokken ze de besneeuwde bergtoppen aan het oog en creëerden een zeer mysterieuze stille wereld.
Soms in de verte, soms dichtbij hoorde en zag je de schapen die ook  hier los lopen. Behalve het geluid van de bellen om hun nek en een enkele auto, hoorde je niets.
Vanuit de camper zag je ook boven de meren en eilandjes wolken verschijnen die in kleur varieerden van spierwit tot metaalblauw. De natuur op dit stukje Lofoten maakte zich klaar voor de nacht.

De nieuwe dag begon prachtig! Een strakblauwe hemel en schitterende vergezichten.
De lange mouwen werden al snel vervangen door korte. In plaats van terug te gaan naar de E10 zijn we de binnenweg blijven volgen. Niet alleen omdat we nieuwsgierig waren naar de natuur maar ook omdat we benieuwd waren waar dat slechte stuk weg van de vorige dag begon…..
We spraken af dat als we ergens een mooi plekje zouden zien, we daar zouden stoppen en blijven.
We zagen heel veel mooie plekjes, rond iedere bocht was er weer een fraaier uitzicht. Links de zee met in de verte kleine eilandjes. Rechts het land met de hoge rotsen met op de toppen sneeuw. Je kwam alweer ogen te kort en zou willen dat alles wat je ogen zien, ook zo op de video zou verschijnen.

We reden over een lange éénbaansdam met inhammen om elkaar te kunnen passeren. Links de zee, rechts een meer waar de steile rotsen in weerspiegelden.
En verder ging het over de keurige smalle asfaltweg, nog geen spoor van de gruisweg! We zagen lieflijke Noorse huisjes in wit of rood en passeerden boerderijen.
En toen eindigde de weg, zo’n 2 km van de plaats waar we de vorige dag terug zijn gegaan…..
We draaiden om en reden weer terug met weer andere uitzichten. En alweer spectaculair. We zijn afgeslagen naar het dorpje Laukvika, schattig en klein met een lief haventje.
Weer door naar de E10 die zeer de moeite waard is om te rijden en in niets lijkt op wat we heer een E10 zouden noemen. Ook hier val je van de ene verbazing in de andere.

Op een prachtig uitzichtpunt zijn we gestopt voor een kleine koffiepauze en hebben op een prachtig aangelegd plateau, boven op een berg, genoten van het uitzicht over een uitloper van het Vestfjorden.
Helaas stopte er een bus met buitenlandse 55+ toeristen die ongegeneerd van mening waren dat zij bij het boeken en betalen van hun reis, tevens alle rechten hadden gekocht; toen wij de trap weer afliepen, werden wij er bijna afgeduwd. Met zijn drieën bleven zij naast elkaar lopen en gunden ons geen centimeter ruimte.
Ook toen we weer met de camper wilden gaan rijden, bleven ze midden op de weg staan of liepen tergend langzaam weg. Wat een intrieste arrogantie.
Maar goed, daar laten we onze vakantie natuurlijk niet door verpesten.

We vervolgden onze weg naar Svolvaer waar we LPG, diesel, water en mondvoorraad hebben ingeslagen. Maar voor dat we alles gevonden hadden moesten we heel wat heen en weer rijden!
Bij Kabelvåg hebben we een bezoek gebracht aan het Lofotenmuseum. Dit is ondergebracht in een voormalig Landhuis waar tot 1901 een zeer welgestelde familie woonde die toen helaas failliet ging.
Een gedeelte van het huis was nog ingericht zoals toen, inclusief foto’s, portretten, meubelen enz.
Er draaide een schitterende film over de vuurtorens op de Lofoten.
Sommigen stonden op een rots waar zo’n 5 woonhuizen pasten. Hier woonden de vuurtorenwachters met hun gezinnen, de schoolmeester en een kinderjuffrouw. Ook was er een koe zodat de kinderen verse melk kregen. Omdat er geen gras groeide, werd het voer voor het lieve dier met de boot bezorgd, evenals levensmiddelen en (school)boeken.

We zagen ook een vuurtoren met een groot huis waar 2 gezinnen woonden, boven op een kleine rots.
Om het huis heen liep een veranda waar in het voorjaar tuingrond op uitgestrooid werd om aardappelen en groenten te kunnen verbouwen.
In het najaar werd de tuingrond weer binnen gehaald.
En zo leefden heel veel gezinnen!

In het botenhuis hebben we gezien hoe vroeger de boten werden gebouwd en hoe er gevist werd. Alles even indrukwekkend.
Daarna hebben we de ‘buren’ bezocht; een Aquarium met zeevissen, anemonen, zee-egels, zeesterren in de meeste mooie kleuren geel, rood, roze en paars.
Ook schaaldieren zoals de enorme Koningskrab (een bekende lekkernij op de Lofoten), zalm zóóó groot en op Ocelotten gelijkende vissen.
Er zijn zeeotters en de zeehonden werden net gevoerd.
Ook van dit Aquarium hebben we veel geleerd.

Terug bij de camper op de stille parkeerplaats besloten we ook daar te overnachten en niet op het laatste moment nog een plekje te zoeken.
Later kwamen er nog een paar campers bijstaan, toch bleef het heerlijk rustig.

27 juli begon bewolkt maar wel erg warm.
Na het verkwikkende ontbijt zijn we weer de E10 naar het zuiden opgereden. Nog steeds verbazen we ons over de schoonheid om ons heen. Het plan was om zo snel mogelijk een mooi plekje te vinden.
Na 30 km passeerden we een hoge brug bij Klepstad en zijn daarna rechts af langs de kust gaan rijden. Een smalle maar uitstekende asfaltweg, benieuwd waanneer deze zou eindigen in zo’n beruchte gruisweg.
Het deel waar we reden werd wat vlakker met natuurlijk binnen ‘handbereik’ de bergen.
Kleine gehuchtjes, een wit kerkje aan de kust. Een enkele camper op mooie eenzame plekjes.
Een camping met prachtige ruime plaatsen direct aan het water. Even onthouden voor het geval we geen vrij plekje konden vinden.
Nog geen kilometer daarna hield de asfaltweg op. Doorgaan of omdraaien? Met vlakbij een lichtbaken aan de kust besloten we toch maar door te rijden. Een daar kregen we geen spijt van!

Beneden zagen we een klein haventje met 3 vissersbootjes en wat plezierbootjes. Een groot wit gebouw (voormalig visverwerkingsbedrijfje?), 2 woonhuizen en grote rekken om de vis te drogen.
Helemaal beneden, vlak bij de pier, stond een Zweedse camper op een grasveld waar er nog eentje bij kon zonder elkaar te storen.
De weg ernaartoe was smal en vol bochten maar goed te doen.
Toch maar aan de vriendelijke Zweden gevraagd of er bezwaar was tegen onze aanwezigheid. Maar nee, niet in het minst én ze zouden toch weer vertrekken.

Wat een plek en wat een uitzicht!
De wind bracht mistbanken mee die op de bergen bleven plakken en dat ineens weer verdwenen waren.
Wolken en blauwe lucht wisselden elkaar af, begeleid door het roepen van de meeuwen.Er stopte een Franse camper voor een lunchpauze en zo nu en dan een enkele auto met wandelaars.
Toen de wolken niet meer onder de toppen van de bergen zakten, verschenen er aan de verre horizon in zee nieuwe bergen en rotsachtige eilandjes.
Tijdens een wandeling over de pier richting lichtbaken, ontdekten we dat de haven vroeger een andere ingang had. In een brok beton in de dam die de oude ingang afsloot stond dat dit vanaf 1900 een bedrijvige haven was geweest. In 1976 besloot mem de haven voor 3,75 miljoen Kronen te veranderen en “waarom zijn nu al die vissers die hier werk vonden verjaagd?” We werden er even stil van.

Er stak een wind op en het werd bewolkt maar dat deed niets af aan ons uitzicht, het werd er zelfs mooier van!
Het lage water onthulde het dichtslibben van de oude haven, meeuwen vlogen omhoog met hun prooi om die dan op een harde ondergrond te laten vallen. We vonden veel resten van krabben en zee-egels, de laatsten in de kleuren groen, roze en paars. Tussen de enorme lange smalle leerachtige zeewierbladeren zagen we koraalrode en lavendelkleurige kwallen die statig door het water zweefden.
Ook het water kent een bijzonder schoonheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten