maandag 29 augustus 2011

Na 9800 kilometers weer thuis

Wij zijn weer thuis, het is even wennen (en wat gaat dat snel!), vooral het slechte weer.
Daar in het hoge Noorden hebben wij enorm geboft. Verdeeld over alle 8 weken hebben wij ongeveer aan uren totaal 3 dagen regen gehad.


Dank, dank voor alle lieve reacties per e-mail! Wij hebben ze met plezier gelezen!


Onze excues voor het ontbreken van updates. Niet dat wij er geen zin in hadden (niets is minder waar, al dat moois wilden wij zo graag delen) maar vaak ontbrak ons de tijd of een goede internetverbinding.


Korte verhaaltjes schrijven is niet mijn sterkste kant, dat moet ik beslist nog eens leren.
En langere verhaaltjes schrijven neemt toch aardig wat tijd.
Wij waren voornamelijk afhankelijk van een Mobiele Breedband verbinding. Erg handig omdat je tegen een redelijk laag tarrief - € 2 voor 20 MB - kunt internetten maar daarentegen duurt b.v. het plaatsen van foto's eeuwen.
Vandaar...........


Maar we zijn blijven schrijven in ons dagboek en zijn blijven fotograferen met onze camera's.We schatten dat er totaal zo'n 2000 foto's zijn gemaakt. Deze moeten geselecteerd en op het web album gezet worden. Hier gaat wat tijd in zitten.
Toch proberen wij dit de komende maand te realiseren, jullie krijgen bericht zodra de albums klaar zijn.


Intussen proberen we onze belevenissen hier op dit blog bij te werken zodat jullie niets hoeven te missen.
Houd ons in de gaten!!

woensdag 3 augustus 2011

Hobbels, Bobbels, Tunnels en Bloemen

 Allereerst willen wij even stil staan bij de verschrikkingen die in Noorwegen hebbenplaatsgevonden. De bom explosie en het koelbloedig vermoorden van zoveel onschuldigen is iets wat maar moeilijk te bevatten is. Sterker nog, het is helemaal niet te bevatten.
Het is nog steeds een onderwerp van gesprek. De vlag half stok op de dag na de moorden en een week later, de krantenfoto’s en het op de radio opnoemen van de namen van alle mensen die zo zinloos om het leven zijn gebracht, hebben een onuitwisbare indruk op ons gemaakt.


                                                 -0-0-0-

Skjervöy was iets luidruchtiger dan Öksfjord, het weer was bewolkt, fris en droog. We besloten om de E6 te volgen tot Övergård i.p.v. halverwege de veerpont van Olderdalen naar Lyngseidet (een kortere reis naar Tromsö) te nemen. Toch al gauw zo’n 200 km. rijden waar we beslist geen spijt van hebben gekregen!
De lus om het Kåfjorden was schitterend. Vele stroompjes en stromen donderden van de bergen af en kwamen bruisend terecht in de smalle riviertjes langs de weg om daarna via afvoerbuizen onder de weg door, te eindigen in het Fjord.
Aan de overkant zag je waar je een half uur eerder gereden had.
Bij Skibotn gingen het uitgestrekte Lyngen over in het Storfjorden. Aan het eind van dit blauwgroene Fjord draaiden we rechts af weg 868 naar Lyngseidet en Svensby op.
Ook hier weer groene heuvels met daar achter de donkere bergen met lappendekens van sneeuw. Wat een indrukwekkend schouwspel; de zeer zuurstofrijke watervallen die het water de aparte blauwgroene kleur geven.

Het was vlak voor Lyngseidet dat wij, net bekomen van een adembenemende Gletsjer waar een tunnel door heen loopt, rechts van ons ineens een éénjarige Eland zagen staan. Wij zijn gestopt en hebben minstens 5 minuten lang gekeken, foto’s gemaakt en gefilmd.
Éénjarige Elanden worden in het vroege voorjaar door hun weer zwangere moeders verstoten en omdat ze zich nog niet helemaal bewust zijn van het gevaar dat mens genoemd wordt, wel eens in de buurt van bebouwing te vinden. En dat geluk hadden wij. De Eland vroeg zich zichtbaar af waarom wij zo enthousiast waren.
Zeker voor Tjep een uniek gebeuren, het gebeurt maar zelden dat je een Eland ziet en dan van zo dichtbij!

In Svensby waar het pontje naar Breivikeidet vertrekt (de laatste pont naar Tromsö en op ons lijstje voor morgen) hebben we de smalle kustweg naar Lattervik genomen waar we aan het eind van een doodlopende weg, vlakbij een boerderij, een plekje voor de komende nacht vonden.
Dit tot grote schrik van een Wulp die al schreeuwend probeerde ons bij haar nest weg te houden. Daar is ze wel een half uur erg druk mee geweest.
Het enige wat wij daarna nog hoorden was het roepen van de meeuwen en het blaten van schapen. De lucht was hemelsblauw en er was bijna geen wind. Boven de ruige bergen met hun eeuwige sneeuw hangen dikke donkergrijze wolken. Samen met de zon toveren deze wolken grillige patronen op de bergen of bedekken de toppen. Ons uitzicht is het Ullsfjorden omringd door bergen. De late zon kleurt het water zilver.
Aan de andere kant achter de helderwit geschilderde boerderij, is een Gletsjer. Op het punt waar de berg scherp afbuigt naar beneden is het ijs van de Gletsjer lichtblauw. We voelen veel emoties: blijdschap om dat we dit mogen zien maar ook nederigheid. Wat zijn we hier nietig!

De volgende dag verlieten wij ons plekje bij een stralende blauwe hemel.
Het is de hele nacht zo helder geweest en we zijn dan ook niet voor half 1 naar bed gegaan. Puur genieten van zo’n heldere daglicht nacht.

Terwijl we de smalle weg terug naar Svensby reden stak er een paar meter voor onze auto een Eland over. Helaas ging het zo snel dat we geen foto konden maken. Met gezwinde spoed verdween het dier het bos in.
Tjep heeft in korte tijd meer Elanden gezien dan menig ander Scandinaviëbezoeker!

In Svensby hebben we de veerboot naar Breivikeidet genomen om zo via weg 91 richting Tromsö te gaan. Een mooie oversteek van zo’n 30 minuten. In Breivikeidet waren ze nieuwe toegangswegen aan het aanleggen. Kilometers lang reden we over zeer slechte wegen waar om de 500 meter nieuwe rioleringsbuizen waren aangelegd zonder dat het wegdek netjes was hersteld.
We reden over bulten, door kuilen en goten. De camper schudde en rammelde en Tjep was er van overtuigd dat we voor duizenden Euro’s schade opliepen. Gelukkig bleef de schade uit.
Ondanks alle hobbels en bobbels genoten we toch van de schitterende omgeving. Bergen met sneeuw en rivieren en, nadat we de E8 naar Tromsö opreden, ook de zijarm van het prachtige Balsfjorden zelf.
We zijn over de hoge brug naar het centrum gereden en hebben dat een beetje verkend. Weer terug over de brug hebben we op een speciale en drukke Camperplaats koffie gedronken. We zeiden tegen elkaar dat je toch wel wanhopig moest zijn om hier een nachtje door te brengen. Maar ieder zijn smaak.
Na eerst wat boodschappen te hebben gedaan kozen we voor een smalle kustweg die we tot het eind gevolgd zijn zonder een plekje voor de nacht te kunnen vinden. We zijn teruggereden tot het plaatsje Skittenelv waar we een ruime rustige camping aan het water hadden gezien.
Na ruim 14 dagen was het tijd voor de was en het blog moest ook worden bijgewerkt met week 2.
We werden hartelijk ontvangen en mochten gaan staan waar we wilden.
Overal stonden electra paaltjes maar er waren geen afgebakende plekken.
We kozen een plaatsje uit met het uitzicht op het Ullsfjorden, prachtig en rustig. Bijna te mooi om waar te zijn………………. Tussen 5 en 6 uur werd het ineens veel drukker. Camper na caravan na kampeerbusje. En omdat je mocht gaan staan waar je wilde, werden we al gauw ingesloten en verdween ons uitzicht.

De volgende dag was er al één was klaar en draaide de andere vrolijk in de machine. Ik had gehoopt de was buiten te kunnen drogen maar in tegenstelling tot de vorige dag, regende het nu pijpenstelen dus werd het de droger.
Met toegang tot het internet van de camping, heb ik het blog kunnen bijwerken. Ook hebben we alle lieve en hartelijke e-mails gelezen en beantwoord.
Zo vloog de dag om en gelukkig klaarde het weer later in de middag weer op. Alle wolken trokken weg en het werd warmer en warmer.
De meeste ‘buren’ waren ‘s morgens al vertrokken en er kwamen maar weinig nieuwe bij. Met zoveel ruimte om te parkeren begrepen wij dan ook niet dat er een grote Finse camper pal voor onze neus werd gestald. Alweer “weg uitzicht”!!!
Aan onze kant gingen alle gordijntjes dicht en aan de andere kant werd de halve inboedel buitengezet; de familie was geïnstalleerd….
Tjep en ik hebben ‘s avonds onder het genot van een drankje, genoten van de zonnige avond en de zorgzame aandacht van een meeuw voor haar jong.

De nieuwe dag begon droog met wolken waartussen wat blauw schemerde en we wilden graag weer verder. Hoe fijn het ook is om de was te kunnen doen en internetverbinding te hebben, campings zijn toch niet helemaal onze vrije keus…

Opgewekt aanvaarden we de terugweg naar Tromsö waar we in eerst instantie de E8 naar beneden zouden volgen om dan via de E6 af te zakken en om het Balsfjorden heen weer naar boven te gaan. Of op een mooie plek te stoppen voor de volgende nacht.
Maar de vakantie leent zich bij uitstek voor het wijzigen van plannen dus zijn we via een indrukwekkend tunnelstelsel, inclusief rotondes en zijstraten, onder het centrum door naar het prachtige eiland Kvalöy dat grenst aan de Noordzee, naar het piepkleine eilandje Sommaröy gereden.
Het was nog maar de vraag of we daar konden komen want we moesten over een zeer hoge en smalle brug die ook nog eens gerenoveerd werd.
Aan het begin van de brug stond een vrachtwagen annex werkkeet die maar weinig ruimte overliet. Met aan beide zijden van de spiegels zo’n 2 cm. speling passeerden we de vrachtwagen.
De omgeving was supermooi met kleine eilandjes in het blauwe zeewater.
Woonhuizen en vakantiehuisjes verspreid over het eiland. Maar nergens een plekje om te staan. Dus weer terug de brug over en op zoek naar Hillesöy vanwaar de veerboot naar het eiland Senja vertrekt.
Hiermee bespaarden we ons heel wat kilometers! Nu is het doel van de vakantie genieten en niet om zo veel mogelijk kilometers te maken.
We moesten ruim een uur op de veerboot wachten maar dit was geen straf. De kust was prachtig, het weer goed en we hebben de tijd benut om foto’s te maken, te filmen en aan boord van de camper te lunchen.
We raakten in gesprek met een Hollander die samen met zijn vrouw een 6 weekse rondreis met hun caravan maakte. Zij hadden naast de vorige veerboot een heuse walvis gezien, de bofferds.
Nu zitten we aan de zogenaamde Walvisroute, dus wie weet wat er nog ging gebeuren.
Het wordt langzamerhand duidelijk dat we steeds minder sneeuw op de bergen gaan zien. Veel minder dan meer naar het binnenland.
Maar de natuur blijft boeiend mooi!
De boottocht duurde 40 minuten. Na eerst aan boord een kopje koffie, thee en 2 wafels te hebben gekocht (het geld mocht je in een daarvoor bestemd bakje deponeren), hebben we aan dek genoten van het Malangen dat een open verbinding heeft met zee. Aan weerskanten gleden aan de voet van de groene ruige bergen, piepkleine rood, wit, gele huisjes voorbij. Na aankomst in de haven eerst maar weer boodschappen gedaan in Störnesboth om daarna rechtsaf de smalle en goed onderhouden kustweg naar Laukvik te nemen.
Via het ruige binnenland met de spaarzame lage begroeiing en bruisende beekjes kwamen we weer bij de kust waar piepkleine gehuchtjes hun eigen op het tij berekende steigers en botenhuisjes hebben.
Helaas was in Laukvik, waar ook de weg eindigt, het enige mooie plekje al bezet door een andere camper.
We zijn terug gereden om rechts af te slaan naar Husöy, een klein maar volop bewoond eiland met een grote visindustrie, een vissers- en passantenhaven die het eiland met het vaste land verbinden.
Hier is een plek waar je voor 100 Nkr inclusief electra, je camper mag neerzetten.
Wij hebben die van ons vlak aan de haven gezet zodat de al aanwezige campers geen last van ons hadden.
’s Avonds zijn we de verbindingsweg over gewandeld en hebben het kleine eiland verkend.
Weer terug bij de camper kregen we gezelschap van o.a. een Finse camper die alle stoppen deed doorslaan. Niet omdat het zo’n mooie camper was maar omdat zijn electra niet in orde was!
Binnen 10 minuten verscheen de havenmeester die het probleem voor ons oploste. Of de Fin weer aan de stroom mocht is ons niet bekend.
Met Husöy als uitzicht sluiten we de dag af met de heerlijke gedachte dat we nog vijf en een halve week voor ons hebben!

Toen we de volgende dag vertrokken hingen de wolken laag, dit tot grote teleurstelling van Tjep die zich er enorm op had verheugd als passagier te kunnen genieten van het fraaie uitzicht vanaf de steile zigzaggende weg naar en van Husöy.
Toch was er onder de wolken nog voldoende zicht om te genieten van de ruige omgeving.
Weer terug op weg 861 zijn we na een paar kilometer rechtsaf geslagen naar het plaatsje Fjordgård – vrij vertaald ‘Fjordentuin’.
We reden door een aantal tunnels die allemaal in een andere staat verkeerden; van zeer slecht (en dan bedoelen we echt zeer slecht) tot zeer goed en ruim.
Fjordgård verwelkomde ons met grote bloembakken en de tekst “Velkommen”. Een klein vissersdorpje met maar liefst 2 supermarkten!
Daar waar de weg doodliep stond een 6-kantig wit huisje met binnen langs de wand een houten bank met rendiervellen. In het midden een houtvuurtje. Buiten stond een auto met aanhanger voor 6 kano’s.
Aan de talloze lege (bier)blikjes te zien hadden de consumenten hiervan zich prima vermaakt!
We reden door alle tunnels weer terug naar de 861 en kwamen in een tunnel een grote vrachtwagen tegen die niet van plan was ons maar enig ruimte te geven zodat ik met de camper achteruit de tunnel weer uit moest.

Ondanks dat we geleerd hebben dat de witte wegen op de kaart niet allemaal in normale staat verkeren, besloten we nog eenmaal zo’n weggetje te nemen en kwamen zo, alweer door diverse tunnels met aan het eind steeds weer prachtige en verrassende uitzichten, terecht in het dorpje Mejfjordvaer dat aan het, hoe kan jet ook anders, Mejfjord ligt.
Een prachtig Fjord met open verbinding met zee. Het dorpje kijkt uit op het noorden. Rond Midzomernacht moet het hier minstens zo spectaculair zijn als op de Noordkaap.
Wij stonden eerst op een klein parkeerplaatsje met uitzicht op links de Noordzee en rechts het Fjord en dorp maar verhuisden later naar een hoger gelegen plekje, ontdekt tijdens een wandeling.
Hier was het uitzicht nog mooier en het was er rustiger, we kregen geen buren.
Het hele Fjord is omringd door ruige en zeer steile rotsen met in de kom uitgesleten door het ijs, het dorpje dat door de bewoners opgefleurd was met bloemperken en bakken.
Onder ons een inham waarvan de uitstekende rotspunten rond en glad waren gesleten door tien- en tienduizenden jaren sneeuw, wind, water en ijs. We hebben over de rotsen gewandeld en kennis gemaakt met een hoogbejaarde mantelmeeuw die door zijn ouderdom niet in staat was snel te vluchten. Hij liet zich redelijk gemakkelijk benaderen en fotograferen.
We hebben ook op uitgesleten plekken van de rotsen gezeten om alleen maar te genieten van het geluid van water, wind en meeuwen.
Tot dan hadden we nog niet eerder ergens gestaan waar je niet kon ophouden met kijken. Zelfs als je zat te lezen, dwaalden je blikken automatisch weer af naar de overweldigende natuur.
Later op de avond hebben we een wandeling door het dorp gemaakt. Veel oude huizen werden gerenoveerd of verbouwd, andere soms niet onaanzienlijke huizen, waren perfect onderhouden. Er is een soort herberg voor fietsers die van het ene naar het andere eiland ‘hoppen’, een schattig wit kerkje, grote steigers en een haventje. De mensen zijn er, net als in Husöy, erg vriendelijk, iets wat we helaas niet zo erg gewend waren in Noorwegen.
Wat een rust en ruimte en wat een uitzicht, we zagen de lage zon de rotsen verlichten. De samengeperste lagen waren hierdoor beter te onderscheiden en de spaarzame begroeiing feller van kleur.

De volgende dag zijn we weer terug gereden naar weg 864, je rijdt dan nog steeds langs het Mejfjorden en het geeft je de gelegenheid nog even te genieten van de hoge puntige rotsen.
Weg 864 loopt grotendeels langs het Ersfjorden waar je tussen de hoge rotsen door onbelemmerd uitzicht hebt op de Noordzee.
De weg gaat steil omhoog en op het bijna hoogste punt is een uitzichtplekje gemaakt. Een soort houten brug op stalen frame die zo ver naar buiten is gebouwd dat het lijkt of je boven de afgrond zweeft. Aan de ene kant zie je de zee, aan de andere kant kijk je neer op een riviertje dat zijn oorsprong hoog in de bergen vindt.
Verder ging het met de camper over het hoogste punt waarna je neerkijkt op een steile weg die zigzaggend naar beneden voert.
Bij het Bergsfjorden gaat hij weer een stukje het binnenland in en sluit aan op weg 86 die afwisselend door het laagland en over de rotsen gaat.
Het laagland is hier erg mooi. Je kijkt uit over de zee met voor de kust door weer, wind en zeewater gepolijste rotsenblokken. Ook hier en daar piepkleine eilandjes. Het eiland Senja is wonderschoon!!
Bij Gryllerfjord besloten we de veerboot naar Andenes op het eiland Andöy te nemen. We schrokken van de prijzen: 480 Nkr voor een camper tot 6 meter en meer dan het dubbele, 1005 Nkr voor een camper tot 7 meter! En dan nog de inzittenden.
We moesten een aantal uren wachten en ontmoetten een Nederlands echtpaar dat ons het advies gaf te melden dat je gepensioneerd bent.
Dat scheelde aanmerkelijk! Tjep ging voor de halve prijs mee en ik als zijn echtgenote, gratis. Goede tip Ton en Marleen, dank jullie wel!

De veerboot was oud, iets dat Tjep zorgde baarde. Mij baarde het meer zorgen dat het schip geen stabilisatoren had en dat het water op zee nogal onrustig was. En ja hoor, mijn maag protesteerde en ik heb bijna 2 uur lang op dek doorgebracht. Frisse lucht en een ver zicht hield mijn maag enigszins in bedwang. En op het dek staan was geen straf!! Het uitzicht was betoverend!
Langzaam zag je de rotsige kust achter je verdwijnen. Grote, spitse bergen met de eeuwige sneeuw op de toppen. Het water was prachtig van kleur en in de verte zag je de vage schimmen van Andöy.

Bij aankomst in Andenes kwamen we ook in een heel ander landschap terecht. Tjep, Ton en Marleen waren overeengekomen dat wij één nachtje met hen op een camping zouden doorbrengen en zij één nachtje met ons ‘in het wild’, iets wat ze alleen nooit deden.
Ze vonden al vrij snel een camping pal aan zee. Klein en ruim gaf het niet het idee dat je op een camping stond.
De eigenaren vertelden ons eerst het droeve nieuws van de bomexplosie in Oslo, die had net 2 uur daarvoor plaatsgevonden. We waren er even stil. Toch wilde de eigenaren niet onvermeld laten dat er een uitstekende pub in het dorp was waar je kennis kon maken met ‘de locals’.
Daar zijn we ’s avonds geweest, de pub was bijzonder ingericht met verzamelingen van allerlei soort: oude foto’s, gebruiksvoorwerpen, uit wrakken opgedoken serviezen en andere dingen, en nog veel meer.
Het contact met ‘de locals’ viel wat tegen maar dat kan ook aan ons gelegen hebben.

De volgende dag werden we fris en vrolijk wakker, zo naast de zee was het goed slapen.
We vervolgden onze weg over Andöy met aan de ene kant de kust en aan de andere kant diepe vlakke dalen waar huisjes van speelgoedformaat stonden. We besloten om vanaf Risöhamn weg 82 naar Sortland te volgen en reden 2 maal over zeer hoge imposante bruggen met fantastische uitzichten.
Direct na Sortland zijn we rechts af een smalle kustweg opgereden. Hier vonden we aan een inham van het Sortlandsundet een heel mooi plekje voor de nacht in een Friluftsområdet; een parkeerplaats met strandje en picknickplaats waar je heerlijk kon en mocht gaan staan mits je je aan bepaalde beleefdheidsregels hield.
En weer een uitzicht om kippenvel te krijgen!! Achter ons steile grotendeels begroeide rotsen en voor ons het prachtige blauwgroene water van het Sundet. Daarachter weer hoge steile rotsen met op de toppen nog kleine plekjes sneeuw, ’s avonds verlicht door de lage zon die ook hier nog steeds niet helemaal ondergaat.
Met Ton en Marleen hebben we alweer een gezellige avond gehad die we besloten met een hartelijk afscheid want de volgende dag zou ieder weer zijns weegs gaan.