dinsdag 19 juli 2011

Regen, Onweer, Noordkaap, Hurtigruten

De Finse natuur heeft ons verrast.
Het laatste deel in Zweden was heuvelachtig en bebost; grote zware dennenbomen.
Finland echter is wijds met veel berkenbomen meren en plassen, heldere luchten en brede wegen.
Wij hebben behoorlijk wat rendieren gezien, soms in de bossen, veel aan de kant van de weg maar ook aardig wat midden op de weg! Het is beslist oppassen en ver vooruit kijken. Gelukkig zijn de wegen uitgestrekt en lang.
Hoe noordelijker je komt, hoe korter en dunner de bomen worden. Op 1000 meter hoogte zijn het meer uit de kluiten gewassen struiken.


In een bergachtig gebied met schitterende meren veranderde het weer volkomen. Van felle zon en minstens 30 o C ging het over in zware regenbuien, enorme hagelstenen en onweer. We zijn op een kleine parkeerplaats gestopt want rijden werd ineens gevaarlijk. De andere weggebruikers volgend ons voorbeeld.


We zijn de Noordpool Cirkel gepasseerd en hebben een bezoek gebracht aan het Christmas House waar tegen hoge prijzen toeristische Kerst- en Antarctica ‘prullaria' werd verkocht. Maar toch de moeite waard om het sfeertje te proeven.

Bij de plaats Kaamanen hebben we de E75 verlaten en via weg 92 de route naar de Noordkaap genomen. Alweer zag de natuur er heel anders uit. Op een bijna rechte weg over toppen en dalen, dwars door een moerasgebied, waan je je in niemandsland.
Geen bewoning en alleen zo nu en dan een kleine camping. Toen de lucht weer betrok en wij nog geen plekje voor de nacht hadden gevonden, hebben we noodgedwongen gebruik gemaakt van zo’n camping. Voor € 25 per nacht, inclusief electra stonden we naast een prachtige rivier. De camping was niet georganiseerd maar wel verschrikkelijk rustig!

De volgende dag was het 24 o C, heerlijke temperatuur.
Net na Karigasniemi, een wat vervallen en uitgestorven dorp, zijn we de grens naar Noorwegen gepasseerd. Bij Karasjok zijn we de E6 naar de Noordkaap opgereden.
Langzaam veranderde niet alleen de omgeving maar ook het wegdek! Waar de wegen in Finland goed onderhouden zijn, zijn ze in Noorwegen vaak ronduit slecht. Het viel ons later op dat dit per gemeente verschilt.

Het landschap veranderde van wijds met op de achtergrond heuvels in vage groene kleuren naar bergachtig met mos, gras en meertjes.
Er was weinig verkeer ook al reden er meer campers dan gewone auto’s. We zagen moedige fietsers tegen de helling optrappen en zo nu en dan een eenzame wandelaar met rugzak.

Bij Olderfjord kwam ‘onze’ E6 samen met de E6 die langs de westkust loopt.
Tjep voorspelde dat we honderden (later herroepen tot honderd) campers zouden zien op deze route. Niets was minder waar! Het was erg rustig!


Vanaf Lakselv, halverwege Karasjok en Olderfjord, reden we onafgebroken langs de kust. Met links van ons hoge rotsen die bestaan uit samengeperste lagen steen (wat moet dat een onvoorstelbaar geweld zijn geweest) en rechts het prachtige Rorsangenfjord met zijn kleine eilandjes met witte en rode huisjes, was het iedere seconde genieten.
Op deze weg liepen veel rendieren en schapen. De rendieren gingen, zonder haast weliswaar, aan de kant. Maar de schapen peinsden er niet over om een hoef te verzetten. Of nog erger, om op te staan! Veel lagen er languit op het door de zon verwarmde asfalt. Je moest er letterlijk zigzaggend om heen, komisch maar wel opletten!!

Naarmate we dichter bij de Noordkaap kwamen werd het kouder en kouder. Het voelde als een glas frisse limonade na de hitte van de dagen hiervoor.
Onze eerste koffiestop was aan een meer waar Duitse bussen toeristen uitspuugden.
We weten dat deze bussen een streng schema hebben en de toeristen zo snel mogelijk naar en van de Noordkaap rijden. Wat voelden wij ons bevoorrecht met de eigen camper te mogen reizen!

Na de lunch reden we de 2,9 km ‘korte’ Skarvbergtunnel door. Geen tol, bedompt, donker en nat. Het water liep met stralen langs de wanden.
De tweede tunnel, bij Honningvåg, was langer, moderner en erg duur: 505 Noorse Kronen (Nkr), dit is ongeveer € 55. En dit straks ook weer op de terugweg!
Na Honningvåg, de laatste havenplaats voor de Noordkaap, sloeg het weer om.
Het werd mistig en regenachtig. 13 Kilometer voor de Noordkaap, net nadat we de afslag naar weg 61 hadden genomen, barstte het noodweer los.
Donder en bliksem, waterdruppels zo groot als eieren. De Noorse Goden hadden duidelijk schoon genoeg van al die toeristen.
Op een parkeerplaats hebben we het ergste weer afgewacht en zijn daarna voorzichtig over de smalle weg over de rotsen, doorgereden.

Niet lang daarna doemde tussen de mistflarden het toeristencomplex “De Noordkaap” op. Het is niet goedkoop De Noordkaap te bezoeken; 235 Nkr. Per persoon maar dan mag je wel 48 uur voor blijven.
Een grote parkeerplaats aan de rand van de Kaap biedt ruimte aan heel veel campers.
We vonden een plekje aan de voorzijde waar het met de levelers onder de voorwielen, goed toeven was. We besloten er 2 nachten te blijven, vast van plan iedere Kroon entree goed te benutten!

Het stormde verschrikkelijk en de camper stond op zijn wielen te schudden. Binnen was het warm en knus. De storm bies grote vlokken mist tussen de campers door.
Na de eerste regenbui zijn we naar de uiterste rand van de Kaap gelopen om te genieten van het spel dat de wind met de wolken speelde.
Als rollende watten kwamen de wolken over ons heen. Het ene moment zag je de Barentszzee en het volgende moment was hij weer weg. Een zeer indrukwekkend schouwspel. Er besluipt ons een groot respect voor de natuur.

De volgende ochtend was het stil, de wind was gaan liggen. En waar de avond ervoor nog dikke wolken hingen, de rotsen amper zichtbaar waren, de zee slechts gissen was, zagen we nu een wijde wereld. Tot kilometers en kilometers ver zagen we letterlijk en figuurlijk, de ene heuvel/berg na de andere. Naarmate ze verder weg waren, vervaagde het groen tot grijsblauw met hier en daar de grote witten vlekken van de eeuwige sneeuw.

We hebben een wandeling over het terrein gemaakt. We kwamen mensen tegen die er uit zagen of ze de Noordpool bezochten in plaats van de Noordkaap!! Dikke sneeuwjacks en handschoenen. Mutsen zover over hun hoofd getrokken dat je nog net een neus en twee ogen kon ontdekken. Met 6 o C boven nul vonden we de dikke jassen verantwoord maar alle andere warmhoud attributen enigszins overdreven.
Uitkijkend over de zee werden we stil bij het besef dat enkele honderden kilometers verder de Noordpool is.

We hebben het bezoekerscentrum bezocht en genoten van de film over de Noordkaap. Deze is opgenomen in 125o en vaak vanuit een helicopter zodat het lijkt alsof je als een vogel over het landschap scheert.
De film begint hartje winter en laat een koud landschap zien. We zien wat van het leven van de mensen, de vissers. Een sneeuwschuiver/blazer rijdt met grote snelheid door het beeld de smalle weg naar de Noordkaap af en blaast de weg naar Honningvåg schoon.
Dan verschijnen er op het doek voorzichtige blauwe en paarse bloemen en de eerste Kaap bezoekers.
De aankomst en ontscheping van boten en bussen wordt versneld getoond. Je ziet een wandelaar met een rugzak en fietsers de steile weg opgaan.
Dan wordt het herfst; schitterende kleuren passeren het beeld dat overgaat in de eerste sneeuwvlokken. Langzaam valt de winter weer in. Kinderen en ouders vermaken zich in de speeltuin die onder een dik pak sneeuw ligt.
Met een laatste blik op de Noorkaap waar 3 mensen in snowscooters het fantastiche spel van het vlammende, groene Noorderlicht bewonderen, eindigt de film.
We zijn diep onder die indruk, zo diep dat we die middag de film nog eens gaan bekijken en de DVD versie voor thuis meenemen.

Om middernacht hebben we onze laatste wandeling gemaakt. We boften met het heldere weer zodat we tussen de wolken, toch nog een glimp hebben mogen zien van de Middernachtzon. Voor beiden een onvergetelijk fenomeen.

De tweede ochtend verlieten we met gemengde gevoelens (konden we nog maar één nachtje extra blijven) de Noordkaap in een zeer dikke mist die gelukkig oploste naarmate we lager kwamen. Waar de mist verdwenen was konden we eindelijk genieten van al dat moois dat we op de heenweg moesten missen door het slechte weer.

Na een bezoek aan een Sami souvenirwinkeltje (een Sami is een inwoner van Lapland, het woord Lap is eigenlijk een scheldwoord) zijn we bij Olderfjord de E6 naar de westkust opgedraaid en langzamerhand zagen we weer boompjes en struiken. Er lag ook meer sneeuw. In de diepe kommen van de rotsen lag dit te glinsteren in de zon die zich zo nu en dan liet zien. Beekjes en riviertjes kronkelden bruisend door het landschap, Hier en daar zag je kleine kuddes rendieren.
We passeerden piepkleine gehuchtjes met niet meer dan 3 of 4 huisjes, een steiger met bootjes en rekken om de vis te drogen.
Later werden de riviertjes rivieren die uitliepen in de verre Fjorden.
Nog denkend dat we na het dorpje Kaidli nog op de E6 zaten, vonden we op de oude weg die naast de tunnel liep, een schitterend plekje voor de nacht.
Hier zagen we de volgende ochtend bij het opstaan 3 rendieren vlak achter de camper lopen. Ze waren nauwelijks van ons onder de indruk en we konden ze goed fotograferen.
Onze zogenaamde E6 was de E6  niet en we kwamen uit in Hammerfest, een drukke haven waar de beroemde boten van Hurtugruten aanleggen. We hadden dan ook van onze parkeerplaats aan de haven een prachtig zicht op de Hurtigruten boot “Nordkapp”. Wat een fraaie postboot!

Na onze koffiepauze aan de haven zijn we teruggereden naar Skaidli waar we nu wel de E6 zijn opgedraaid. We hadden beslist geen spijt van onze vergissing want de omgeving was prachtig. De grote donkere heuvels/bergen met de eeuwige sneeuw. Het blauwgroene water, de spaarzame rode huisjes.

In Alta zijn we gestopt voor proviand en net buiten Alta voor LPG voor onze gasflessen en diesel voor de camper.
De E6 is een wonderlijke weg. Smal, niet druk en hij kronkelt door de mooiste gebieden. Over de zogenaamde Fjellen waar de tijd stil heeft gestaan en de Samen gedroogd rendiervlees verkopen, langs rotsen en rivieren.
Op de Fjellen nog steeds de dikke plakken sneeuw.

We zijn tussen Kvenvik en Kåfjord links af naar Mattisdalen gereden en hebben een plekje aan het Mattisvatten, dat, hoe kan het ook anders, gevoed wordt door de Mattiselva (rivier), gevonden. Er stond al een caravan met een Deens echtpaar waarvan de man in een stemming houthakkershemd, een vissershoedje op zijn hoofd en een pijp tegen de muggen (die er overigens niet waren, te veel wind, te fris) met een bijl een omgezaagde berkenboom aan stukken probeerde te hakken.
Helaas lukte hem dit niet.Later zagen we hem nat hout sprokkelen waarmee hij op een daarvoor bestemde plaats aan het meer een legaal vuurtje probeerde te stoken.
Het behoeft geen uitleg dat dit alleen maar dikke witte rookwolken tot gevolg had.
Gelukkig begon het te regenen en verdween de Deen in zijn caravan.
In een droge periode hebben wij van het schitterende uitzicht over het meer genoten.

De volgende dag zakten we verder over de E6 naar het ‘zuiden’. Het uitzicht was alweer adembenemend!! Prachtige Fjorden, schitterende wolkenluchten, bergen die half begroeid zijn.
We hebben koffie gedronken op een hoog gelegen parkeerplaats aan een groot meer en gedroogd en gezouten rendiervlies bij de Samen gekocht.
Net voorbij Borgelv zijn we rechtsaf weg 882 naar Öksfjord opgereden om eerst kilometers langs de andere kant van het Langfjord te genieten van de bergen en sneeuw om daarna door een stukje binnenland ineens aan onze linkerhand het Öksfjorden te zien!!  Wat mooi!! De rotsen werden ruiger en ruiger, zwart zelfs, met behoorlijk veel sneeuw op de hellingen en nog meer op de toppen. Bij het zien van een heuse gletsjer werden we erg stil.
We reden door een tunnel van 4252 meter die een perfecte imitatie van een spookhuis was. Éénbaans met hier een daar een uitwijkplaats die overigens vol gereedschap van de tunnelbouwers lag, en met een ontzettend slecht wegdek, slechte en soms zelfs totaal ontbrekende verlichting. We hadden beslist niet gek opgekeken als er ineens uit hoeken en spelonken heksen, geesten en Trollen waren verschenen die ons met luid “Wahooooo” en “Hiiiiiii – haaaaaaaaaa” aan het schrikken hadden willen maken.

Ineens was daar het daglicht weer en als snel arriveerden we in Öksfjord waar we aan het eind van de weg, vlak na een Stuga (vakantiehuisje) dorpje een plekje vonden waarvan we alleen maar konden dromen. Uit het zicht van een Franse camper die daar al stond, keken we uit over het prachtige, indrukwekkende Fjord. Blauwgroene golven beukten op de rotsen en spatten wit uiteen. Omringd door bergen met sneeuw waar de wolken op de toppen uitrustten, hoorden we de meeuwen boven de wind uit schreeuwen.
Hier kan je je goed voorstellen dat de oude Vikingen in Goden geloofden.
Hoe moet je anders een verklaring vinden voor wat je ziet, hoort en voelt? En de snelle wisseling van het weer?
Tijdens een wandeling zagen we de Polarlys van Hurtigruten varen.
En dit alles nog geen 100 kilometer van onze vorige standplaats……….

De volgende dag was zonnig met weinig wind en de meeste wolken waren verdwenen. Je zag ineens ook veel meer bergen. Het pontje dat de vorige dag ineens halverwege het Fjord ‘verdween’ kon je nu tot in de volgende haven volgen.
Vrolijk en verwarmd door de zon leek de spooktunnel op de terugweg ineens minder donker en minder lang. Het slechte wegdek was echter nog zoals we het ons herinnerden!

De 40 km. terug naar de E6 waren nog fraaier dan de vorige dag. De sneeuw op de donkere bergen  nog witter en het Langfjorden nog blauwer. Na iedere bocht en bergtop was het uitzicht weer anders en vooral verrassend.
Hoog in de bergen tussen Trolldalsind en Raykfossen waan je je in een andere wereld. Je kunt de toppen van de bergen bijna aanraken, de sneeuw ligt nog achter de hekken die in de winter de wegen tegen te veel sneeuw beschermen. Je hoort de wind, de bellen van de rendieren.
Je rijdt langs dorpjes met namen zoals Langeslett en Storeslett (Stor = groot).
Bij het eerste dorpje zijn we rechts afgeslagen om via weg 866 naar de havenplaats Skjervöy te gaan waar we 40 km later aankwamen.
Deze plaats was groter dan wij gedacht hadden. Er is een plezier- en passantenhaven, een industriehaven en een zalmkwekerij.
Helemaal aan het eind van het dorpje vonden we tussen de nieuwbouw en het industrieterrein, aan het begin van de pier een mooi plekje met uitzicht op het Kvänangen. De bergen met sneeuw weerspiegeld in het water.
We hebben gewandeld en naar de springende zalm in de bassins gekeken, daar zaten grote jongens tussen!!.
De veer-, vissers- en plezierbootjes voeren af en aan. Ook tot onze grote plezier de “Polarlys” van Hurtigruten. Toen deze tussen de pierhoofden doorvoer leek het of je hem zo kon aanraken.

Ondanks dat we niet op het noorden gericht stonden, konden we toch nog genieten van de late zon.

dinsdag 12 juli 2011

Week 1: Regen, Zon, Kraanvogels en een Eland

Om 18.30 u. vertrokken wij op zaterdag 2 juli richting Noordkaap, uitgezwaaid door de achterblijvers die ons met gemengde gevoelens nakeken. Wat een lange reis, 8 weken!!

Zonder enig oponthoud vonden wij om 23 u. inde omgeving van Bockel een heel mooi plekje aan de rand van een maisveld.
De grond was hard dus geen probleem voor de zware camper.
Beiden werden we wakker van een enorm onweer dat vergezeld ging van hagel en zware regenbuien. Zo erg dat Tjep om 6 uur ’s morgens riep dat hij direct weg wilde, bang dat de berm veel te nat dus zacht zou worden!

We zijn naar de dichtstbijzijnde parkeerplaats gereden en hebben daar ontbeten.
Gelukkig klaarde het weer enorm op en konden we flink opschieten, geen oponthoud bij de veerboten van Putgarden naar Rödbyhavn en van Helsingör naar Helsingborg. In Denemarken zijn we een klein stukje omgereden vanwege een kilometers lange file. Liever dat dan uren in de zon staan bakken!!

Ook in Zweden schoot het lekker op en konden we door het mooie weer ongestoord genieten van de prachtige natuur: de bossen, de velden en de heuvels. We passeerden lieflijke dorpjes met de bekende rode Zweedse huisjes met witte aftimmering. Hier en daar zagen we grote gele huizen, de zogenaamde Herrgårds (Herenboerderijen).

Om half 7 ’s avonds hebben we bij het plaatsje Gagnaryd, net boven Jönköping, een prachtig plekje in het bos gevonden. Vroeger was daar een boerderij genaamd Nytorp. Alleen een ijzeren bordje en een vervallen houten schuur herinnerde aan de vroegere bedrijvigheid.

Op maandag zijn we direct doorgereden naar Kristinehamn om Jannie te bezoeken. Toen ik haar ’s morgens belde was ze nauwelijks aanspreekbaar, dit deed ons veel verdriet.

Vorig jaar zijn we rechts van het Vännern (meer) omhoog gegaan en deze keer links via Skövde, Mariestad en Guldborg.
De hele weg was het weer genieten van de eindeloze bossen, velden (vaak in bloei met lupines, kamille, margrieten, koolzaad, klaver en linnen).
Het was wel even schrikken toen we ineens een hele grote kraanvogel vlak voor onze camper de weg zagen oversteken. Met flapperende vleugels en dansende poten, een dot rode veren op zijn hoofd, wist hij zich het vege lijf te redden!! Er zat beslist niet meer dan 3 meter tussen hem en onze camper!
Eénmaal in Kristinehamn zijn we eerst naar het Picasso beeld gereden. Op Tjep maakte dit al evenveel (dus niet) indruk als de allereerste keer op mij in 1983. Wel leuk was het om langs de jachthaven te rijden. Helaas konden wij daar geen plekje voor de nacht vinden. Op dat moment belde Jan dat ze zich beter voelde, we beloofden haar dat wij er met 10 minuten zouden zijn.

Op weg naar Jan zagen wij aan een andere haven een plekje voor Campers, goed onthouden!
Jan voelde zich inderdaad beter en was blij met de kaas en andere lekkernijen uit Nederland. Maar na een half uurtje was haar energie weer op en namen we afscheid met dikke knuffels en de belofte de volgende dag alleen maar dag te komen zeggen.

Het Camperplekje bleek helaas (of gelukkig….. zo veel ander campers!) vol te zijn maar net achter het terrein met toch het zicht op de prachtige haven, was een gratis plekje. Zonder al te veel lawaai in de vroege ochtend. We hebben geslapen als marmotten!!

Op dinsdagmorgen hebben we afscheid van Jan genomen, geschrokken hoe slecht haar gezondheid is. We hebben ons voorgenomen om, als haar gezondheid het toelaat, op de terugweg langs te gaan.

Van Kristinehamn zijn we naar Mariefred (een lief plaatsje onder Stockholm en beroemd om zijn Gripsholm Slot) gereden waar we de volgende dag een bezoek gingen brengen aan Ann-Marie, een vriendschap die al uit 1986 stamt.
Vorig jaar vonden we een heerlijke plek net buiten Mariefred op een Koninklijk Landgoed. We vonden het gemakkelijk terug en gelukkig stond er niemand op “ons stekje”.
Toen wij er vorig jaar parkeerden, werden we in een paar minuten tijd omringd door honderden jonge fazanten die dachten dat we eten kwamen brengen. Dit jaar geen fazanten maar een hele lieve grijze kat die het heerlijk vond om geknuffeld te worden en het prachtig vond even in onze camper te vertoeven.
Ons plekje had een prachtig uitzicht over een schitterend meer. En het was ’s nachts wonderbaarlijk stil.
De vroege vogeltjes maakten ons wakker met hun prachtige gezang.
Ook Tjep maakte mij vroeg wakker, hij wilde de eerste zijn die mij feliciteerde…. ik was die dag nl jarig!

Na het gezellige bezoek aan Ann-Marie (het was zo fijn om haar weer te zien) vertrokken we dan eindelijk naar het hoge Noorden. We reden langs grote velden waar het linnen in bloei stond. Zo blauw als water.
Alweer boften we met het weer, blauwe luchten, veel zon en heel erg warm! Dat laatste was tijdens het rijden met de motorairco goed vol te houden maar stilstaand was het soms té warm. Niet klagen!! Vorig jaar regende het pijpenstelen en nu was het zo mooi.

Via Enköping en Uppsala zijn we naar Österhammar aan de westkust gereden. Bij het gehuchtje Sund, in de bossen weer een heel mooi en rustig plekje gevonden. De omgeving daar is prachtig met kleine binnenmeren en lieve dorpjes.
Helaas ontvingen wij ook deze dag het droeve bericht van het overlijden van onze buurman Herman. Onze gedachten zijn erg veel bij Marianne, zijn vrouw, geweest.

Na een heerlijke rustige nacht zijn we langs de kust (waar je vanaf de E45  niet zo heel veel van ziet) doorgereden naar Hornösand.
Omdat het daar behoorlijk druk was zijn we de binnenlanden ingegaan en vonden net boven Rö een picknickplekje waar je, volgens een bewoner van één van de huisjes in de buurt, met een gerust hart je camper neer kon zetten om te genieten van het schitterende uitzicht over het meer.
Dit plekje lag hoog op een rots en vanaf het picknickbankje
waar we hebben genoten van de rust, keken we naar de bootjes die door het helder blauw-groene water gleden. Zo nu en dan hoorde je een stem, verder was er het gefluit van de vogeltjes, de zon en een enkele mug.
Later op de avond arriveerde een Duitse camper met een alleraardigst stel dat ons uitnodigde voor een glaasje wijn. We hebben tot een uur of 10 zitten kletsen en lachen en zijn daarna gaan slapen.

De volgende morgen lang prachtige binnenwegen met lieflijke gehuchtjes terug naar de E45. Daar was het aanmerkelijk minder druk dan de dagen ervoor. De zon was heet en bereikte buiten met gemak temperaturen van 25 – 28 o C. Het asfalt zinderde in de zon, de bloemen en planten geurden en de bomen waren grijsgroen, verlangend naar een beetje regen. In veel tuinen zag je zitjes met parasols maar opvallend weinig mensen. Wellicht iets té warm.

Weer voor de avond de binnenwegen opgezocht maar we kwamen te veel zomerhuisjes (stugor) tegen om een rustig plekje te kunnen vinden.
Totdat we in het kleine oude havenplaatsje, zeg maar gerust dorpje, Ratan kwamen waar een Camper Quick-stop was met plaats voor 4 campers.
Alles was simpel maar goed verzorgd met uitzicht op het haventje waar een ontspannen rust heerste.
De geschiedenis van het haventje gaat terug naar 1400 en was destijds een haven van naam. In 1767 werd het officieel benoemd tot overslaghaven. Het heeft een oud baken en de restanten van een vuurtoren, alles gebouwd op een rots tegenover onze camperplek.
Het was zo heerlijk om bij het water te zitten en te genieten van al het moois wat dit deel van Zweden te bieden heeft.

De volgende ochtend werden we door de warmte vroeg wakker.
Na het ontbijt hebben we nog even bij de haven gezeten waar een verkoelend briesje was. Daarna vers water ingeslagen zodat we weer een dag of 4-5 vooruit kunnen.

De bedoeling was om deze dag tot Luleå te reizen, één van Zweden’s grootste en meest noordelijk Universiteitssteden.
Maar het was rustig op de weg naar het noorden. Wel kwamen ons erg veel campers tegemoet, zouden die allemaal van de Noordkaap afkomen?

We zeiden tegen elkaar dat we nog steeds geen Elanden hadden gezien.
En wat schetst onze verbazing? Nog geen 15 minuten later stond er links van ons in een gekapt deel van het bos een enorme wijfjes Eland heel rustig te herkauwen. Vlak bij haar lag een jong rustig te slapen.
Helaas konden we daar niet stoppen maar Tjep had in ieder geval zijn eerste Eland gezien en was diep onder de indruk van de afmetingen van het dier.
We reden Luleå voorbij en bereikten al gauw Haparanda, dicht aan de Finse grens.
We hebben hier getankt en boodschappen gedaan zodat we bepakt en bezakt Finland binnen konden rijden.
Heel langzaam veranderde de natuur. Van het toch wel ruige Zweedse landschap werd het langzamerhand vlakker, ook waren de bomen minder hoog.
Overal werden we gewaarschuwd voor loslopende Rendieren, Elanden en zelfs snowscooters!

Na Haparanda hebben we de E45 verlaten en vervolgden onze weg via de E75. Ongeveer 60 km. onder het Finse plaatsje Rovaninie en dus zo’n 100 km. onder de Noordpoolgrens, vonden we aan de rand van het bos en bouwland, een prachtig plekje.
Er was ook een meertje in de buurt waar Tjep ’s avonds vol goede moed naar toe wandelde. Even was hij vergeten dat Finland niet alleen om zijn meren bekend staat maar ook om zijn vele muggen!!
Nu heb ik daar weinig last van maar Tjep wel en toen al deze muggen hem eenmaal geroken hadden moest Tjep een sprintje trekken om veilig bij de camper terug te keren. Tjonge wat een muggen!!! Groot en klein had dorst!

In de verte rommelde het wat, we hoopten op regen want de temperatuur was inmiddels opgelopen tot 30 o C!
Helaas bleef het bij rommelen en viel er geen druppel regen………


vrijdag 1 juli 2011

Nog één nachtje slapen



Nog één nachtje slapen en we zijn onderweg.

Hebben jullie ook zo veel te regelen en te doen voordat je eindelijk kunt vertrekken?
Ik hoop niet dat wij een uitzondering zijn...............

De laatse was, bedden (ook die in de camper natuurlijk) verschonen, strijken, afstoffen, stofzuigen, grasmaaien en nog veel meer.
Is er genoeg vooraad voor de achterblijvers? De dieren?
Is er genoeg voorraad voor ons zelf? Vers water? Voldoende kleren?
Wij hebben ons de laatste dagen niet verveeld!!
Beslist een uitstekende manier om nog meer naar je vakantie te verlangen.

Nog één nachtje slapen.
Zaterdagavond stappen we in onze camper en rijden richting Duitsland.
We hopen zaterdagavond al ver te komen en zondag zelfs Zuid Zweden te halen.
Zweden, het land van rust, licht en ruimte. De middernachtzon, de bossen en de meren.
Een mooie start!

Jullie zien het, wij zijn er klaar voor!